Interview spreker – Marno Lips
Marno Lips, spreker op Industriële Veiligheid 2025, deelt in dit interview zijn expertise en visie op de toekomst van veiligheid op de werkvloer. Met een rijke achtergrond in de petrochemische industrie en jarenlange ervaring in de HSE-wereld, combineert hij zijn kennis met zijn passie voor kunstmatige intelligentie. Als spreker legt hij de focus op de samenwerking tussen mens en technologie: hoe AI niet de mens vervangt, maar juist versterkt. Ontdek hoe je AI binnen jouw organisatie slim kunt inzetten als krachtig hulpmiddel voor medewerkers in de praktijk — voor een veiligere, efficiëntere werkomgeving.
Hoe is de vlam ontstaan voor innovatie en A.I.?
Tijdens de zoektocht naar zijn volgende stap raakte ik betrokken bij het audio-video productiebedrijf van een vriend. Daar hielp hik het tijdrovende productieproces te versnellen — met behulp van AI wist ik de benodigde uren per week aanzienlijk te verlagen. Dat wakkerde mijn interesse aan, want AI bleek al veel meer te kunnen dan ik dacht.
Hoe heb jij je ontwikkeld op deze gebieden?
In het begin ben ik echt gaan verdiepen in alles wat met AI te maken had. Ik las veel, bezocht congressen en events, en ben actief gaan netwerken met mensen en bedrijven die ik interessant vond en die bij mij passen. Ik had in die periode de tijd om te experimenteren, dus mijn ‘baan’ bestond uit ontdekken, spelen en uitproberen. Dat heeft me geholpen om in korte tijd veel kennis op te doen. Omdat ik er al vroeg bij was met generatieve AI, gaf me dat ook een enorme voorsprong.
Hoe introduceer je het gebruik van AI op de werkvloer bij publiek?
Ik neem ze mee in alle mogelijkheden van AI die je in kan zetten in het werkveld van de HSE professional. Ik laat ze vooral zien welke tools en middelen er al zijn en wat ze ermee kunnen doen.
Stuit je wel eens op weerstand als spreker?
Er zijn vaak in het begin wel kritische geluiden als het over AI gaat. Maar na mijn sessie merk ik dat die vaak verdwijnen. Waarom? Omdat ik laat zien dat AI de mens niet vervangt, maar juist ondersteunt. Het draait om samenwerking — niet om overname. Zodra mensen begrijpen dat ze zelf de controle behouden en dat er altijd een menselijke factor in het proces blijft, ontstaat er vertrouwen. Dat zorgt voor begrip én voor adoptie. Na een goede uitleg zijn veel mensen toch bereid om AI een eerlijke kans te geven.
Hoe kan je ongewenste situaties met AI voorkomen?
Een belangrijk punt vind ik het bewust omgaan met gegevens. Soms betekent dat simpelweg anonimiseren: bepaalde informatie weglaten, zodat je AI minder gevoelig maakt voor misbruik of fouten. Daarnaast blijft factchecking cruciaal. AI kan veel, maar jij bent en blijft de expert — dus controleer altijd wat eruit komt. Veel van de AI-toepassingen die we nu zien, worden pas later daadwerkelijk ingezet. Zeker in levensbedreigende omgevingen, zoals in de zorg of in voertuigen, moet AI eerst aan strenge eisen voldoen. Dat kost tijd, en dat is maar goed ook.
Hoe kan AI meer ruimte en mogelijkheden bieden voor preventieadviseurs?
Als we slimmer gaan werken, ontstaat er automatisch meer ruimte voor dingen die nu vaak blijven liggen. Neem bijvoorbeeld een preventieadviseur: als bepaalde taken efficiënter verlopen dankzij AI, houdt hij of zij meer tijd over om écht aanwezig te zijn op de werkvloer, het gesprek aan te gaan met collega’s, of te investeren in de eigen ontwikkeling. Ik geloof sterk dat AI ons helpt om anders te werken — met meer focus op wat er écht toe doet.
Wat als het fout gaat? Wie is er dan verantwoordelijk?
Dat zijn precies de vragen die je in de wetgeving steeds ziet terugkomen. Er moet altijd iemand verantwoordelijk worden gehouden als er iets misgaat — simpelweg omdat het geld kost, en iemand dat moet betalen. Wat ik belangrijk vind, is dat we oppassen met het te vroeg dichttimmeren van innovatie met wet- en regelgeving. Als je eerst alles juridisch wilt kaderen vóór je gaat innoveren, komt er niets van de grond. Innovatie komt altijd eerst, de regels volgen daarna. Je gaat nu ook geen stoplicht in de ruimte bouwen — sommige dingen moeten zich eerst ontwikkelen voordat je ze kunt reguleren.
Wat is jouw grootste hoop & aan de andere kant jouw grootste zorg wat betreft het integreren van A.I. op de werkvloer?
Mijn grootste hoop is dat we de ballast waarmee de HSE-professional tegenwoordig wordt opgezadeld, flink kunnen verminderen. Zodat die weer écht kan doen waarvoor hij of zij is aangesteld: met de praktijk bezig zijn in plaats van administratie of rapporten. Persoonlijk zou ik het prachtig vinden als we veel van die taken kunnen overdragen aan AI, zodat we als mens wat minder hoeven te werken en meer ruimte krijgen voor wat echt belangrijk is.
Tegelijkertijd maak ik me ook zorgen over onze autonomie. Hoeveel houden we nog zelf in de hand? Gaan we straks alles laten bepalen door een algoritme, of blijven we zélf de regie voeren? Dat spanningsveld — tussen gemak en controle — vind ik een belangrijk en spannend vraagstuk.