Datacenters met fysieke servers verdwijnen uit organisaties
Vroeger had een organisatie een datacenter waar een fysieke server stond waarop een operating system, zoals bijvoorbeeld Windows, werd gezet. Bovenop dit operating system werd een applicatie geplaatst. Sinds een aantal jaar is dit veel meer virtueel geworden. Je hebt niet meer een fysieke server nodig, maar het is veel gemakkelijker om een virtuele server op te starten. Dit kan nog steeds in je eigen datacenter, maar deze veranderingen brengen wel andere moeilijkheden met zich mee.
Martijn Braamskamp, software Asset Manager bij de Nederlandse Spoorwegen (NS), vertelt in een interview aan ons hoe hij tegen de veranderingen aankijkt waar Software Asset Managers mee te maken krijgen. Vanaf 2008 speelt voor Martijn advisering over Software Asset Management (SAM) een steeds grotere rol en in 2010 heeft hij de focus compleet gelegd op SAM.
Fysieke servers
‘Wat het moeilijk maakt voor SAM-managers is dat je vroeger een fysieke server had binnen het datacenter van de organisatie. Wanneer er iets was of wanneer je iets wilde weten kon je langslopen om jezelf hier meer in te verdiepen’, laat Martijn weten, ‘Wanneer je nu met een vraag zit over de software of de server zelf is de kans groot dat hier geen antwoord op wordt gevonden.’ De kans is aanzienlijk dat servers niet meer bij jouw organisatie zelf staan, dus deze informatie is niet (gemakkelijk) beschikbaar is voor jou.
Volgens Martijn is het zeker nog mogelijk om te achterhalen welke software er opgeslagen staat op deze servers, alleen wanneer je meer wilt weten over de hardware kan dit al een groter probleem worden. ‘Dit maakt de beheerder wellicht niets uit, maar als je een bepaald contract gesloten hebt is het soms fijn om meer te weten te komen over de hardware. De technologische veranderingen gaan in dit geval sneller dan een software contract.’
Technologische veranderingen
Het wordt voor IT Software Asset managers steeds een grotere uitdaging om erachter te komen wat er in de organisatie gebeurt. ‘Vroeger had je gewoon een fysiek datacenter ergens in het gebouw, maar nu kan dit datacenter overal staan. Daarnaast kan de inhoud van deze datacenters ook van alles zijn.’ Het is volgens Martijn dan ook echt afwachten of je kunt achterhalen wat er geïnstalleerd staat aan software. Daarom is het goed om ook als (IT-)architect of ontwikkelaar ervoor te zorgen dat er geen gat ontstaat tussen wat er binnen jouw organisatie technisch allemaal kan en wat er contra technisch mag.
‘Binnen de NS proberen we per vakgebied te achterhalen of iedereen zich aan de regels houdt en of we de contracten die we hebben gesloten op een juiste manier benutten. We vinden daarnaast dat de rest van de organisatie ook een bepaalde plicht heeft om te toetsen of de dingen die zij doen überhaupt wel kunnen’, aldus Martijn. Het kan zijn dat er vanuit diverse projecten veel gebouwd wordt op technisch gebied, maar dat er na een aantal jaar pas wordt bedacht dat een verandering binnen een huidig contract helemaal niet mogelijk is. In dat geval is het essentieel om te kijken of een bepaald software-contract aangepast dient te worden, of dat er een hele andere manier van afname van het softwareproduct moet worden doorgevoerd.
Anders kijken, is scherper zien!
Bij alle nieuwe technologische ontwikkelingen die we adopteren binnen een organisatie dienen we samen, als IT Software asset managers en andere stakeholders, te kijken naar dat wat kan en dat wat mag. Om hiervoor bij andere stakeholders draagvlak de creëren zou je als ITSAM-manager moeten kijken vanuit hun perspectief.
Dit is precies wat er wordt bedoeld met anders kijken is scherper zien tijdens het IT & Software Asset Management congres op woensdag 16 september. Binnen het congresthema ‘Anders kijken, is scherper zien!’ benaderen we de rol van IT & Software Asset Management vanuit verschillende perspectieven. Hoe halen we met elkaar de meeste waarde uit IT & Software Asset Management en welke elementen zijn belangrijk voor de verschillende stakeholders?